Optimale maïskweek voor een hogere kwaliteit aan ronde balen
Hoe krijg/behoud ik een gezond plantenbestand?
De cultuurplant maïs heeft als veevoer in de loop der tijd alleen maar aan belang gewonnen. Om te voldoen aan de behoeften van productiedieren bij het voederen, is maïs de ideale plant. Maïssilage is naast gras het belangrijkste grofvoer in de melkveerantsoenen. Voor het herkauwen is gestructureerd grofvoer essentieel. Het stuurt de speekselproductie en de pH-regeling in de pensmaag. Dit regelt het volledige fermentatieproces.
Met zijn hoge ennauwelijks fluctuerende energiegehalte is maïs zeer waardevol als voedergewas. Het aandeel kan tot 75% van het totale rantsoen bedragen. De kwaliteit van de silage is daarom van zeer groot belang. In dit artikel bekijken we hoe de hoge kwaliteit bereikt respectievelijk behouden kan worden.
Wat is het ideale moment om te oogsten voor maïssilage?
Ongeveer 40% van het maïsteeltoppervlak wordt gebruikt als kuilvoer voor hele planten. Het graangehalte speelteen cruciale rol in de voederwaarde. De optimale vegetatiefase van de oogst is het begin tot het einde van het deegrijpe stadium. Dat betekent 30 - 35% droge stof, een deegachtige tot deegachtig melige korrel, licht vochtige spindel en de korrel kan nog met een nagel worden bekrast.
Bij eerdere inkuiling is het energiegehalte meestal te laag. Dat kan slechte gisting door het verlies van gistingssap tot gevolg hebben. Als er later geoogst wordt, is de verdichting lastiger. Het risico op naverwarming is dan groter. Bij de keuze van het kuilvoermiddel moet ook rekening worden gehouden met naverwarmen.
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van schade?
Het is belangrijk om oorzaken van schade vroeg te herkennen en ze snel met geschikte maatregelen te lijf te gaan. Hier zijn de meest voorkomende oorzaken van schade bij maïs:
Vaak gaan deze plagen hand in hand. Indien ongedierte bijvoorbeeld al te ver in het plantenbestand is binnengedrongen, kan dit een schimmel- of virusaantasting tot gevolg hebben. Alleen eengezonde plantdoorstaat de storm. Bestrijding is één ding, de plant van begin af aan gezond houden, is een heel ander verhaal. Dat begint reeds bij een goede bodem-/stoppelbewerking.
Meer over het thema “Mycotoxine in maïs” vindt u in het artikel “Voederkwaliteit bij maïsbalen”
Welke bemesting is bij de maïskweek zinvol en op welke tijdstippen?
Om de stikstofbehoefte voor maïs te bepalen, zijn onze eigen monsterresultaten nauwkeuriger dan de algemene gemiddelde waarden. Er moet rekening worden gehouden met beheersmaatregelen voor afzonderlijke gebieden en alle factoren ter plaatse moeten worden meegenomen. Hoe dichter het grondmonster wordt genomen bij het tijdstip waarop de planten bemest moeten worden, hoe nauwkeuriger de resultaten van het onderzoek.
Bij maïs is bodembemesting nu standaardop slecht onderhouden locaties, bij gebrekkige bodemstructuur en bij ongunstige weersomstandigheden. De bodembemesting brengt de voedingsstoffen vaak samen met het zaad in de aarde. De bemesting brengt de voedingsstoffen naar de plaats waar de plant ze nodig heeft. Hierdoor wordt de oogstopbrengst verhoogt. De bodembemesting kan mineraal of organisch van oorsprong zijn.
Er moet op gelet worden of de bodem in algemene zin fosfaat vasthoudt. Wanneer de pH-waarde te zuur of te basisch is, wordt het beschikbare fosfaat vastgehouden en is het niet beschikbaar voor de plant. Na een meting van de pH-waarde moet de bemesting overeenkomstig worden aangepast.
Vooral in de vroege ontwikkeling reageert maïs sterk op een gebrek aan voedingsstoffen. Bodembemesting met stikstof/fosfaat is nuttig gebleken bij het zaaien. Extra stikstoftoevoer vanuit het 6-bladstadium maakt het geheel af. Bij aantasting door draadworm valt het aan te raden om extra kalkstikstof te gebruiken. Als er een brede K:Mg-verhouding (kalium : magnesium-verhouding) is, moet er ook met magnesium worden bemest.
Een drijfmestinjectie verbetert ook het gebruik van voedingsstoffen. Dit heeft tegelijkertijd ook een positief effect op water- en milieubescherming. Er moet ook altijd op gelet worden dat er geen structurele schade in de bodem ontstaat. Via een aangepaste bandendruk en het gebruik van brede banden kan dit voorkomen worden.
Welke dominerende onkruiden zijn er bij maïs en hoe kunnen ze worden ingedamd?
Het is belangrijk om maïs tot het 8-bladstadium grotendeels onkruidvrij te houden. Dat beschermt tegen oogstuitval. Dit kan met een combinatie van chemische en mechanische onkruidbestrijding die aan de locatie is aangepast. Waterbescherming is heel belangrijk bij het gebruik van herbiciden. Bij zeer doorlatende locaties is het aan te raden om preventief chemische middelen te vermijden.
Bekende dominerende onkruiden in maïs:
melganzenvoet
melde
duizendknoop
ereprijs
kamille
knopkruid
Ooiveraarsbeksoorten zijn er intussen bijgekomen als moeilijk te bestrijden onkruid. Op typische maïslocaties laat vooral de gierst zich ook graag zien.
De melganzevoetsoorten zijn met 80% de meest voorkomende onkruidsoort in maïs. Vogelmier en zwaluwtong volgen in de lijst. De planten reageren tijdens hun vroege ontwikkeling heel sterk op de concurrentie van onkruid. Zonder voldoende onkruidbestrijding kan de cultuur zich niet vestigen. Tot slot kunnen ook windesoorten een rol spelen aangezien ze de maïs kunnen overgroeien.
Is ondergezaaide maïs een alternatief?
Groeiende vereisten inzake water- of milieubescherming hebben nieuwe oplossingen nodig. Hierbij is ondergezaaide maïs een goede optie. Of het nu gaat om stikstofafvoer, erosie of bodemverdichting na de oogst: Ondergezaaide gewassen brengen voordelen met zich mee die ook economisch haalbaar zijn. Snijmaïs of korrelmaïs kan veel humus aan de bodem onttrekken. De gevolgen bij een langzame vroege ontwikkeling zijn bijvoorbeeld erosie bij hevige regen of latere bodemverdichting tijdens de oogst. Ondergezaaide gewassen binden stikstof en voorkomen zo uitspoeling naar het grondwater. Ze bevorderen het bodemleven en versoepelen de vruchtwisseling van maïs. Ze zorgen voor directe bodembedekking na de oogst, voorkomen sterke onkruidgroei en kunnen ook als graskuil op veehouderijen worden gebruikt. Gebruik als substraat bij de productie van biogas is een andere optie.
Conclusie - zo krijg ik een gezond maïsbestand
Werken volgens geïntegreerde gewasproductie in de landbouw helpt veel plagen te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen zoals veldhygiëne, grondbewerking bij het klaarmaken van het zaaibed, teelt van tussengewassen met aansluitend mulchzaaien om onkruid te onderdrukken of ondergezaaide gewassen vormen een goed uitgangspunt. Al deze maatregelen helpen om de maïs met een hoge kwaliteit en goede oogst te produceren en tot optimaal diervoeder te verwerken. Aangezien er veel manieren zijn om maïs te telen, is het de moeite waard om ze uit te proberen. De groeiende vereisten met betrekking tot klimaat- en waterbescherming, evenals de individuele omstandigheden ter plaatse, moeten zeker altijd in aanmerking worden genomen.
Zoals u ziet: Vele factoren spelen een rol om een uitstekende silagekwaliteit bij maïs te garanderen. Wanneer dat lukt, zijn onze LT-Master en VARIO-Master optimaal geschikt voor de verdere verwerking tot ronde balen.